Tag archieven: Maquette

Epitaaf Thomas a Kempis

J.J. van Binsbergen

“Wie mij volgt, gaat zijn weg niet in duisternis zegt de Heer” zo start het boekwerk dat vandaag de dag het meest verspreidde, vaakst vertaalde en meest gelezen boek naast de Bijbel is.[1] De naam van de auteur is Thomas van Kempen (Thomas A Kempis ca. 1380-1471) en het boek is getiteld Navolging van Christus. Dit thema van Christus volgen is duidelijk afgebeeld in de houten epitaaf van de Zwolse Basiliek, waarin Thomas volgend achter Jezus Christus gaat. Dit is geen toeval: Zwolle en de navolging van Christus door Thomas hebben stevige historische connecties.

Thomas a Kempis

Overzicht Epitaaf:

Materiaal: Gips en hout

Afmeting: hoogte 350 cm, breedte 150 cm, diepte ca 56 cm

Bouwjaar: 1895-1896

Ontwerp: Benoit van Uytvank en Camille Goffaerts (Leuven)

Vervaardigd: Utrecht

Bron: Catherijneconvent

Hoewel Thomas door zijn werk op de Agnietenberg onlosmakelijk is verbonden met de Zwolse geschiedenis, komt hij daadwerkelijk uit het Duitse Kempen.[1] Nadat hij studeerde in Deventer, legde hij in 1399 een reis af naar de Agnietenberg om in te treden bij dit klooster dat in de traditie van de zogenaamde ‘Moderne Devotie’ stond. Deze ‘Moderne Devotie’ was een religieuze beweging die onder leiding van de Deventer koopman Geert Grote (1340-1384) een aantal jaar voor Thomas intreden een groot draagvlak kreeg. Dit bleek uit het ontstaan van vele kloosters die in soberheid, celibaat en focus op het innerlijk verstaan van de Bijbel zichzelf ‘broeders of zusters des gemenen levens’ noemden.[2] Thomas begon hier te werken als kopiist van geestelijke geschriften, maar was ook sub-prior van het klooster bij Zwolle en begon zelf boeken te schrijven. In 1441 zette hij de puntjes op de i voor zijn bundeling van vier boeken genaamd De Navolging.[3] Terwijl hij deze zelf nog enkele malen bijschaafde, gingen afschriften hiervan al snel van hand tot hand. [4] Thomas had dus al tijdens zijn leven veel faam ontvangen. Dat bewijst ook zijn begraafplaats, dewelke veilig en diep onder de grond, ruimte vond in de kloostergangen en dichtbij de kloosterkapel.

Na zijn dood in 1471 zouden Thomas’ overblijfselen, die als relieken werden aanschouwd niet met rust gelaten worden. Deze werden al in 1672 opgegraven door een gedreven pastoor genaamd Arnoldus Waaijer. Waaijer had zelf de kronieken over Thomas ontcijferd en de plek gevonden waar de beroemde auteur was begraven. Hij kreeg toestemming van de bisschop van Keulen om dit te doen, als katholieke propaganda tegenover de protestanten die in die tijd een onderdrukkende rol speelden. De overblijfselen van Thomas worden in een reliekkist naar de Sint Jozefkapel aan de Spiegelsteeg gebracht. Jaren later werden de relieken in fusieverband overgebracht naar de voormalige Waterstaatskerk in Zwolle, die het vervolgens later hebben overgedragen aan de voormalige Sint Michaëlkerk aan de Roggenstraat (niet te verwarren met de Grote- of Sint Michaëlkerk aan de Melkmarkt of de latere Michaëlkerk aan de Middelweg).[5]

detail van het epitaaf

Weg van het Epitaaf

Opvallend genoeg was er jaren niet gewerkt om, naast de kist die nu voorin de Onze-Lieve-Vrouwe-Basiliek staat, een ander monument voor de befaamde schrijver te maken. De Engelse predikant Kettlewell schrijft een Overijsselse archivaris in 1880 over dit gemis. Hij schreef “What have the good people of Zwolle done any way, to commemorate or preserve, or honour the name of Thomas a Kempis?” (wat hebben de goede mensen van Zwolle gedaan om Thomas a Kempis te herdenken, te onderhouden of te eren?).[1] Eeuwen na Thomas’ dood, in 1895, organiseert een commissie ten bate voor een Thomas a Kempis-monument een wedstrijd waarin verschillende ontwerpen voor een Thomas a Kempis monument kunnen worden ingezonden. Dit is niet een grote verassing aangezien, deze tijd symbool staat voor de heropbloei van het katholieke geloof, dewelke op dat moment- na jaren van onderdrukking- eindelijk zichzelf weer publiek mocht uiten. Voorwaarde voor het ontwerpen van een monument was dus hoogstwaarschijnlijk dat het ontwerp iets moest tonen van katholieke hoogstand. Dit monument zou komen te staan in de Michaëlkerk (Roggenstraat), die op dat moment bijna bouw-klaar was. De opening zou de hoogtijdagen van het katholicisme vieren door naast de kerk ook een monument voor de belangrijke katholiek Thomas a Kempis te presenteren.

Doel van de competitie zou dus zijn dat de kist met relieken in het natuurstenen monument van de winnaar een plaats zouden krijgen. Het is om die reden dat het monument aan de onderkant een holle ruimte vertoont, waar eventueel een reliekkist in kan liggen. Zo’n monument noemt men ook wel een epitaaf of wandgraf. Dit wandgraf dat nu in de Onze Lieve Vrouwen Basiliek staat, is van de Leuvense kunstenaar Benoit van Uytvank (1857-1927)en zijn compagnon Camille Goffaerts, maar behaalde slechts de tweede plaats in de competitie.[2] Het is daarom dat dit epitaaf, genaamd ‘Fides’ niet van natuursteen, maar van hout en gips is gemaakt. Dit is namelijk nog steeds de voorbeeld schaal-maquette die voor de jury-beoordeling gepresenteerd werd. Dit is ook de reden dat de reliekkist geen plaats heeft gekregen in het epitaaf. Deze schaal-maquette is twee keer zo klein als het daadwerkelijke idee, waardoor de kist er nooit in zal passen. De werkelijke winnaar van de wedstrijd was het acht meter hoge ontwerp van het kunstatelier van Friedrich Wilhelm Mengelberg. Nadat zijn beloning van ƒ1000,- was overhandigd, werd zijn stenen monument in de Michaëlkerk geplaatst, waar op dat moment de relieken van Thomas a Kempis nog verbleven. [3]

Toen deze Michaëlkerk aan de Roggenstraat in 1965 werd gesloopt, werd ook het eerste prijsmonument gesloopt. De reliekkist van Thomas a Kempis werd overgebracht naar Michaëlkerk aan de Middelweg te Zwolle. Een aantal jaar later, in 1974 vindt de toenmalige aardrijkskundeleraar Ton Hendrikman het schaalmodel van Uytvank terug in een tuinhuisje net buiten Zwolle. Het tuinhuisje bleek een gebouw te zijn van de katholieke padvinderij. Het was ook al jaren een huis geweest voor het epitaaf. Een melkhandelaar uit Dalfsen had het epitaaf echter redelijk onderhouden.[4] Zo had hij het dikwijls geverfd, maar de benaming ‘Fides’ in takt gehouden. In 1982 laat het parochiebestuur van de Michaëlkerk aan de Middelweg weten dat ze ook de tweede prijs als schenking wilden overbrengen. Als echter ook de kerk aan de Middelweg zijn deuren in 2005 sluit, verhuist dit epitaaf naar de Onze Lieve Vrouwebasiliek te Zwolle.[5] Enkele parochieleden maken zich zorgen over het monument dat door het vele slepen schade heeft opgelopen. De Nieuwleusense beeldhouder Han Eggens restaureert in 2008 het monument. Hij vertelde rond die tijd in een interview met RTV-Oost dat het wandgraf ‘in vrij afgetakelde staat’ verkeerde. [6] Wanneer het epitaaf in 2009 weer terugkeert naar de basiliek, blijft de kist er ver buiten. Een commissie opgericht in 2005 dat zich bezig hield met een monument voor Thomas a Kempis, had immers een stenen sokkel als monument laten oprichtten, voorin het kerkgebouw waar de relieken van Thomas op konden rusten. [7] In plaats daarvan ligt in het epitaaf het boek dat zo duidelijk afgebeeld staat in het monument zelf; De Navolging van Christus.

Zwolse kerken waar het epitaaf was. Bewerkte kaart via stadindex.nl

– 1672 Opgraving en overdracht van de relieken naar de Sint Jozefkerk aan de Spiegelsteeg.

– 1809 Door ophef van de eerdere kerk worden de relieken tijdelijk overgebracht naar de schuilkerk ‘Onder de Bogen’, die ze al snel overdragen aan de Waterstaatskerk in 1841.

– 1892 De wederopbloei van het katholicisme leidt tot de bouw van de Michaëlkerk in de Roggenstraat, die de relieken heugelijk presenteert in hun nieuw-ontworpen Mengelberg-epitaaf.

– 1965, mede door de roerige jaren zestig wordt de Michaëlkerk aan de Roggenweg samen met het epitaaf afgebroken, de relieken van Thomas worden overgebracht naar de Michaëlkerk aan de Middelweg.

– 1974 Ton Hendrikman herontdekt het epitaaf van Uytvank in een tuinhuis. Na een opknapbeurt komt deze terecht in de Michaëlkerk aan de Middelweg.

2005 De relieken en het monument verplaatsen zich door opheffing naar de Onze-Lieve-Vrouwen Basiliek.

Uiterlijk van het Epitaaf

Details van het epitaaf. Van boven naar onder: Jezus, Thomas en de engel staan in verband, Agnes en de originele titel “Fides”.

Eén van die boeken die is opgenomen in De Navolging sluit af met: “Hard lijkt velen dit woord: Verloochen jezelf, neem je kruis op en volg Jezus.”[1] Deze lijdende vorm van navolging staat centraal in het epitaaf waar Thomas knielend volgeling van Christus wordt terwijl Jezus zijn kruis draagt. Christus geeft een verwijzing naar de engel en het licht, Thomas wijst daarentegen naar een boek op de grond. Het is niet duidelijk welk boek dit is. Twee opties lijken natuurlijk voor de hand te liggen: de Bijbel (die zeer centraal stond in de Moderne Devotie) of De Navolging van Christus. Aan de zijkanten van deze maquette staan de apostel Johannes en de heilige Agnes afgebeeld, beiden met een lam in hun armen. Wij weten door het vasthouden van het lam dat het deze figuren zijn. Daarnaast komt dit lam vaker terug op schilderijen met Thomas, wat allicht naar een link tussen de twee wijst die zich al jaren zo voortzet. Agnes staat daar niet zonder reden. Zij is de patroon heilige van het voormalige klooster Agnietenberg bij Zwolle, waar Thomas rond 1413 priester werd. [2] Een andere veelgebruikte naam voor de plek van dit voormalig klooster is dan ook de Sint-Agnesberg. De engelen die op het monument zijn afgebeeld, houden allemaal een boek vast. Dit verwijst vermoedelijk naar de schrijvende aard die gekoppeld is aan Thomas’ imago. De middelste engel houdt zelfs een tekstlint vast. Op dit lint staat de Latijnse vertaling van de beroemde uitspraak “Overal heb ik rust gezocht, maar niet gevonden”. De volledige tekst is echter “Overal heb ik rust gezocht, maar niet gevonden, behalve hier in een hoekske met een boekske.” Deze laatste bijzin is wel onderaan het snijwerk geschreven. Deze zin zou volgens de traditie door Thomas a Kempis zelf zijn gebruikt en is in ieder geval overgenomen in veel schilderijen van Thomas en komt zelfs voor in de internationale bestseller roman In de Naam van de Roos door Umberto Eco.[3] De titel van het werk is ook nog zichtbaar. Het heet ‘Fides’ (Geloof) en om de titel heen is nog de officiële verflaag te vinden van dit wandgraf. Dit object, zijn plaats en zijn toedracht is een voorbeeld van een zaak die in de academische wereld kan beschouwd worden als een ‘dance of agency’ (dans van bemiddeling/ agentschap).[4] Daarmee doelt de bedenker van het woord Andrew Pickering op een spel dat gehouden wordt tussen de mens en het object. Deze dans van verrassende ontwikkelingen in de geschiedenis van het epitaaf heeft geleid tot zijn hedendaagse status.

Voetnoten:

Introductie

[1] Thomas a Kempis, De Imitatacione Christ, I.1 (29): « Qui sequitur me non ambulat in tenebris, dicit dominus. » geciteerde editie en vertaling : Thomas van Kempen, Navolging van Christus, inleiding en vertaling door Rudolf van Dijk en Kees Waaijman (Kampen: Uitgeverij Ten Have, 2008).

Thomas a Kempis[

1] Van Dijk & Waaijman, Navolging van Christus, 8-9.

[2] Joris van Eijnatten en Fred van Lieburg, Nederlandse Religiegeschiedenis (Hilversum: Uitgeverij Verloren, 2006), 119-128.

[3] Van Dijk & Waaijman, Navolging van Christus, 8-9.

[4] Van Eijnatten & Lieburg, Nederlandse Religiegeschiedenis, 134.

[5] Ton Hendrikman, Een Monument voor Thomas a Kempis (Zwolle: Publicatie- en Kunstcommissie van de O.L.V.-Basiliek Zwolle, 2014), 8-11.

De Weg van het Epitaaf

[1] Hendrikman, Een Monument voor Thomas a Kempis, 12.

[2] Henk Bach en Tom Waterreus, Verbum, Pulchrum et Bonum: De neogotiek en het interieur van de Onze Lieve Vrouwebasiliek te Zwolle (Zwolle: Parochie Thomas a Kempis, 2010), 28.

[3] Stichting Thomas a Kempis, Na de dood van Thomas, online 2006 via: https://www.thomasakempiszwolle.nl/cms/index.php/over/na-zijn-dood/477-2016-okt-na-de-dood-van-thomas.html

[4] Hendrikman, Een Monument voor Thomas a Kempis, 3-4; 12-22

[5] Hendrikman, Een Monument voor Thomas a Kempis, idem

[6] Han Eggen in een interview met ‘Beeldenstorm’van RTV-Oost (2009) online via: https://www.rtvoost.nl/tv/programma/388/Beeldenstorm/aflevering/102518

[7] Stichting Thomas a Kempis, idem

Het Uiterlijk van het Epitaaf

[1] Thomas a Kempis, De Imitatacione Christ, II.12 (123): « Dvrus multis videtur hic sermo abnega temetipsum: tolle crucem tueam, et sequere ihesum. » geciteerde editie en vertaling : Thomas van Kempen, Navolging van Christus, inleiding en vertaling door Rudolf van Dijk en Kees Waaijman (Kampen: Uitgeverij Ten Have, 2008)

[2] Albert Hyma, The Brethren of the Common Life (Grand Rapids: WM. Eerdmans Publishing Company, 1950), 153.

[3] Umberto Eco, Il Nome della Rosa, geciteerde editie en vertaling: Umberto Eco, De Naam van de Roos & Naschrift, vertaald door Jenny Tuit en Pietha de Voogd (Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 1983), 11, 565.

[4] Andrew Pickering, “Material Culture and the Dance of Agency” in The Oxford Handbook of Material Culture Studies door Dan Hicks en Mary Carolyn Beaudry (Oxford: Oxford University Press, 2010).